Schriftelijke vragen over de geplande bomenkap in Leersum
Indiendatum: 6 jan. 2021
Geacht College van Gedeputeerde Staten,
Het College van de gemeente Utrechtse Heuvelrug heeft op 15 december 2020 besloten een omgevingsvergunning te verlenen voor de bomenkap aan de Broekhuizerlaan te Leersum. In antwoord op eerdere vragen gaf u aan dat er voor de kap ook een vergunning in het kader van de Wet natuurbescherming is aangevraagd bij de provincie, maar dat u nog wacht op aanvullende ecologische gegevens[1]. Ondertussen zijn 2089 handtekeningen verzameld in een petitie tegen de bomenkap[2].
Naar aanleiding van bovenstaande hebben wij de volgende vragen.
1. Kunt u zich vinden in bovengenoemd besluit van de gemeente?
2. Hoe beoordeelt u het argument van de gemeente om de bomen te kappen voor de veiligheid, wetende dat in het onderhoud van de bomen tekortgeschoten is?[3]
3. Wat vindt u van het besluit van de gemeente om alle bomen te kappen, terwijl slechts 17% van de bomen in slechte staat verkeert?
4. De gemeente stelt dat 19% van de bomen in de laan in goede staat verkeert, terwijl uit de quickscan van 13 augustus 2020 (Bosgroep Midden Nederland, Ede) blijkt dat slechts 17% matig tot dood is. Hoe beoordeelt u deze tegenstrijdigheid? Onderschrijft u dat 83% van de bomen in redelijk tot goede staat verkeert?
5. Er zijn ook alternatieven aangedragen door Urgenda, de Bomenstichting en experts, waaronder Jørn Copijn, die juist behoud van deze monumentale bomen voorstaan, door zorgvuldig onderhoud en alleen vervangen van de bomen die daadwerkelijk slecht of dood zijn. In welke mate neemt u deze alternatieven mee in uw overweging?
6. Onder omwonenden bestaat grote bezorgdheid over de geplande bomenkap, zo blijkt onder andere uit bovengenoemde petitie. In hoeverre neemt u deze bezorgdheid mee in uw besluit om al dan niet tot vergunningverlening te komen?
7. Welke ecologische gegevens heeft u nog nodig om tot een besluit te komen en heeft u deze inmiddels ontvangen?
Namens de Partij voor de Dieren en hoogachtend,
Hiltje Keller
[1] https://utrecht.partijvoordedieren.nl/vragen/schriftelijke-vragen-over-de-dreigende-kap-van-duizend-bomen-aan-de-broekhuizerlaan-te-leersum
[2] https://petities.nl/petitions/kappen-met-kappen-op-de-monumentale-broekhuizerlaan-in-leersum?locale=nl
[3] Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, 29 mei 2020
Indiendatum:
6 jan. 2021
Antwoorddatum: 2 feb. 2021
Geachte mevrouw Keller,
Hierbij beantwoorden wij de door u gestelde schriftelijke vragen ex. art. 47 Reglement van orde provincie Utrecht 2013 betreffende de voorgenomen kap van bomen aan de Broekhuizerlaan in Leersum, aanvullend op de eerder door u gestelde vragen (juli 2020).
Toelichting door de PvdD:
Het College van de gemeente Utrechtse Heuvelrug heeft op 15 december 2020 besloten een omgevingsvergunning te verlenen voor de bomenkap aan de Broekhuizerlaan te Leersum. In antwoord op eerdere vragen gaf u aan dat er voor de kap ook een vergunning in het kader van de Wet natuurbescherming is aangevraagd bij de provincie, maar dat u nog wacht op aanvullende ecologische gegevens[1]. Ondertussen zijn 2089 handtekeningen verzameld in een petitie tegen de bomenkap[2].
De PvdD heeft de volgende vragen:
1. Kunt u zich vinden in bovengenoemd besluit van de gemeente?
Antwoord:
Op basis van de Wet natuurbescherming (Wnb) is de provincie Utrecht het bevoegd gezag (onderdelen Houtopstanden en Soortbescherming) met betrekking tot de voorgenomen bomenkap. Het besluit waar u aan refereert betreft een ontwerpbesluit Omgevingsvergunning van de gemeente. Het ontwerpbesluit ligt ter inzage; er kunnen door eenieder zienswijzen worden ingediend tot en met 28 januari 2021. De aanvraag ontheffing Wnb soortbescherming bij de provincie is in tijd eerder ingediend dan de aanvraag Omgevingsvergunning; om die reden haakt het onderdeel Wnb niet aan in de Omgevingsvergunning, maar doorlopen de ontheffing Wnb en de Omgevingsvergunning separate trajecten, onafhankelijk van elkaar. De gemeente blijft in haar besluit binnen haar bevoegdheden, en daarmee kunnen wij ons vinden in bovengenoemd besluit.
2. Hoe beoordeelt u het argument van de gemeente om de bomen te kappen voor de veiligheid, wetende dat in het onderhoud van de bomen tekortgeschoten is?[3]
Antwoord:
De eigenaren van de bomen zijn verantwoordelijk voor het onderhoud van de bomen. Het (ontwerp)besluit van de gemeente betreft een integraal besluit waarbij naast de cultuurhistorische, ecologische en archeologische waarden ook het (verkeers-)veiligheidsaspect is meegewogen, waar wij geen mening over hoeven te vormen.
3. Wat vindt u van het besluit van de gemeente om alle bomen te kappen, terwijl slechts 17% van de bomen in slechte staat verkeert?
Antwoord:
Zoals in antwoord op eerdere vragen van u over dit onderwerp gemeld, hebben de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE), Mooi-Sticht en de provincie Utrecht vanuit cultuurhistorisch perspectief al eerder een positief advies afgegeven omtrent de kap van de bomen. 17% Van de bomen is matig tot dood. Doordat de bomen niet allemaal meer vitaal zijn, worden de andere bomen versneld aangetast: er ontstaat een domino effect waarbij schorsbrand[4] een belangrijke factor is. De gemeente wil het monument (het laanbeeld) behouden voor de toekomst. Beplanting in één keer geeft de beste kans op een mooi, eenvormig laanbeeld. Daarnaast wordt een verdwenen derde rij bomen teruggebracht: er komen in totaal 99 bomen meer terug.
4. De gemeente stelt dat 19% van de bomen in de laan in goede staat verkeert, terwijl uit de quickscan van 13 augustus 2020 (Bosgroep Midden Nederland, Ede) blijkt dat slechts 17% matig tot dood is. Hoe beoordeelt u deze tegenstrijdigheid? Onderschrijft u dat 83% van de bomen in redelijk tot goede staat verkeert?
Antwoord:
De quickscan waar u aan refereert geeft aan dat 19% goed is: hier is geen sprake van tegenstrijdigheid. Voor het overige zie vorige vraag.
5. Er zijn ook alternatieven aangedragen door Urgenda, de Bomenstichting en experts, waaronder Jorn Copijn, die juist behoud van deze monumentale bomen voorstaan, door zorgvuldig onderhoud en alleen vervangen van de bomen die daadwerkelijk slecht of dood zijn. In welke mate neemt u deze alternatieven mee in uw overweging?
Antwoord:
De afdeling Monumenten van de gemeente heeft de aanvraag Omgevingsvergunning beoordeeld. Bij het beoordelen van een aanvraag om ontheffing in het kader van de Wnb zijn wij als provincie Utrecht gebonden aan het wettelijk kader. Een onderdeel van de Wnb soortbescherming is de alternatievenafweging. Het is aan de initiatiefnemer om te onderbouwen waarom de bomen gekapt moeten worden, en waarom snoeien geen optie is, wat wij vervolgens meenemen in onze besluitvorming. Overigens hebben de eigenaren van de laan aangegeven open te staan voor overleg. Tot nu toe is door de door u genoemde partijen aan de eigenaren geen concreet aanbod gedaan wat betreft alternatieven.
6. Onder omwonenden bestaat grote bezorgdheid over de geplande bomenkap, zo blijkt onder andere uit bovengenoemde petitie. In hoeverre neemt u deze bezorgdheid mee in uw besluit om al dan niet tot vergunningverlening te komen?
Antwoord:
Wij kunnen ons voorstellen dat er bezorgdheid onder omwonenden is, maar wij mogen meningen/emoties niet meenemen in onze besluitvorming. De wettelijke kaders (Wnb en provinciaal beleidskader) zijn leidend, waarbij wij moeten besluiten of wij ontheffing verlenen van wettelijke verbodsbepalingen, als (ecologisch) onderbouwd is aangegeven dat voor de aangevraagde soorten de duurzame gunstige staat van instandhouding niet in gevaar komt door de ruimtelijke ingreep.
7. Welke ecologische gegevens heeft u nog nodig om tot een besluit te komen en heeft u deze inmiddels ontvangen?
Antwoord:
Wij kunnen u melden dat wij inmiddels aanvullende gegevens van de initiatiefnemer hebben ontvangen, en dat wij deze aan het beoordelen zijn.
Hoogachtend,
Gedeputeerde Staten van Utrecht
[1] https://utrecht.partijvoordedieren.nl/vragen/schriftelijke-vragen-over-de-dreigende-kap-van-duizend-bomen-aan-de-broekhuizerlaan-te-leersum
[2] https://petities.nl/petitions/kappen-met-kappen-op-de-monumentale-broekhuizerlaan-in-leersum?locale=nl
[3] Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, 29 mei 2020
[4] Schorsbrand is het verbranden van het cambium van boomsoorten met een dunne schors, op plekken waar die schors plots wordt blootgesteld aan direct zonlicht. Het cambium is het weefsel vlak onder de schors dat zorgt voor de diktegroei van de boom. De plotse blootstelling aan licht kan zich bijvoorbeeld voordoen doordat de bomen rondom gekapt worden, of door het sterk opsnoeien van de boom. Soorten die hier gevoelig voor zijn, zijn beuk, haagbeuk en gewone esdoorn.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Schriftelijke vragen over gepland afschot knobbelzwanen
Lees verderSchriftelijke vragen betreffende bomenkap in het leefgebied van ransuilen te Nieuwegein
Lees verder