Bijdrage Kadernota 2023-2026 - algemene beschou­wingen


Algemene Beschou­wingen in Provin­ciale Staten

8 juni 2022

Voorzitter,

In 2019 ging het college vol ambitie van start. En er zijn mooie dingen bereikt. Als voorbeelden noem ik het in gang zetten van het proces van de Regionale Energie Strategieën en de financiën op orde krijgen. Ook verdient dit College een compliment voor hoe het is omgegaan met de uitdagingen die corona ons toewierp. Zowel naar de samenleving toe als in de interne organisatie heeft u dit voortvarend en transparant opgepakt. Ook de opvang van Oekraïense vluchtelingen in het Provinciehuis vinden wij een huzarenstukje.

Wat de Partij voor de Dieren betreft zijn we ook ontzettend blij dat katten niet langer worden afgeschoten en dat er onderzocht wordt op welke diervriendelijke wijze er met zwerfkatten kan worden omgegaan. Een ander hoogtepunt is dat er dankzij onze motie structureel geld vrijgemaakt wordt voor de opvang en het vervoer van gewonde en zieke, in het wilde levende dieren. Door een motie van ons en 50PLUS werd onderzocht hoe het gebruik van vislood zo snel mogelijk gestopt kon worden en we hebben er samen met de SGP voor gezorgd dat er geen vuurwerk meer wordt afgestoken in stiltegebieden. Ook merken we dat steeds meer partijen inzien dat energiebesparing de meest duurzame vorm van energie is. Tenslotte zijn we trots op de breed aangenomen motie die pleit voor het verwijderen van haas en konijn op de landelijke wildlijst.

Maar kijken we even met een kritische blik terug op de afgelopen jaren, dan zien we dat er een aantal doelen is gesteld waarvan het de afgelopen collegeperiode niet bepaald duidelijk is geworden hoe en op welke termijn we deze gaan halen. Kijk bijvoorbeeld naar de Kaderrichtlijn Water (KRW). De Partij voor de Dieren waarschuwt er al jaren voor dat er veel meer aandacht en middelen moet naar het halen van de doelstellingen, omdat we schrikbarend achterlopen en de natuur is de dupe. De bomenkap waar maar geen einde aan lijkt te komen en de onderwaardering van onze natuur baren mijn fractie ook grote zorgen. We vinden het tevens een gemiste kans dat we als provincie niet onze voorbeeldrol pakken in de strijd tegen klimaatverandering en de biodiversiteitscrisis. Utrecht heeft niet de klimaatnoodtoestand uitgeroepen, durft niet het aantal dieren in de bio-industrie omlaag te brengen en is zelfs nog steeds niet overgeschakeld naar een (hoofdzakelijk) plantaardige catering voor onze eigen organisatie.

In het bijzonder maken we ons zorgen over de minimale en ontoereikende bescherming van onze dieren. Vandaag nog in de Telegraaf een artikel over de zeldzame populatie modderkruipers bij het Strijkviertel die wordt gezien als ‘niet levensvatbaar'. In plaats van het verbeteren van de leefomgeving, besluit de provincie de dieren te verplaatsen. We betwijfelen ten zeerste of deze situatie ook zou bestaan als de ontwikkeling van het bedrijventerrein niet op de planning stond. Wat ons betreft is dit weer één van de vele, tekenende voorbeelden van hoe groei en economische belangen zwaarder wegen dan andere belangen. Een ander voorbeeld zijn de weidevogels, die in de groene woestijn van Engels raaigras naarstig naar een plekje zoeken om te nestelen. Zodra ze dan eindelijk iets vinden, krijgen vervolgens de vossen de schuld van een slechte weidevogelstand. En toen de vossen niet meer afgeknald mochten worden, haastte GS zich naar de rechtbank om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak – tegelijkertijd verzoekend of ook de andere schietontheffingen zo snel mogelijk weer afgegeven kunnen worden. Mijn fractie vindt het jammer dat dit nog steeds de automatische reflex is van het college en zou graag zien dat we juist gaan kijken hoe we kunnen samenleven met onze niet-menselijke inwoners.

Vooruitblikkend op het toekomstige beleid, zien we dat er gepoogd wordt aan alle ruimtevragen in de provincie te voldoen. GS probeert in elke ontwikkeling te voorzien en probeert daarbij via allerlei ‘meekoppelkansen’ en dubbel, soms driedubbel ruimtegebruik ervoor te zorgen dat elke ontwikkeling een win-win situatie oplevert. Op papier kan dat misschien het geval zijn, maar wie kritisch meeleest ziet al snel dat niet alles kan. De ambities om meer woningen, meer mobiliteit, meer energie-opwek, meer toerisme, meer recreatie en nog veel meer ‘meer’ te faciliteren, gaan ten koste van woongenot, natuurlijk groen en het leefgebied van dieren. Wie denkt dat al deze ontwikkelingen ongelimiteerd mogelijk zijn in onze provincie, houdt zichzelf de illusie van groene groei voor.

Dit is onder andere pijnlijk zichtbaar in Groen Groeit Mee, een programma dat moet zorgen voor meer recreatief groen maar waar de financiering nog niet eens voor de helft rond is. Of aan natuurontwikkelingsdoelen zoals de Groene Contour; gebieden die op basis van vrijwilligheid misschien ooit eens aan ons versnipperde Natuurnetwerk toegevoegd zullen worden. Bij de KRW zien we dat gestelde doelen verlaagd of vertraagd worden, om vervolgens steeds verder voor ons uitgeschoven te worden. Kijkend naar ons bodemdalingsprobleem blijft echte actie uit en werken we nog steeds met verouderde data. We zijn blij om te horen dat vraagstukken als de woningnood aangepakt zullen worden, maar vragen ons af wat ervoor nodig is om onder andere deze problemen, die al decennialang spelen en minstens zo urgent zijn, eindelijk eens aan te pakken. Als het beleid doorgezet wordt zoals wij het nu zien, zal het ten koste blijven gaan van onze natuur en andere groene gebieden die niet ‘lucratief’ genoeg zijn om op te wegen tegen andere belangen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de ‘verpretparking’ van het Henschotermeer, waartegen duizenden mensen een petitie hebben ondertekend. Natuur heeft een eigen waarde. De COVID-periode heeft ons geleerd dat natuur belangrijk is voor dieren maar zeker ook voor mensen. In de provincie Utrecht is economische ontwikkeling financieel gedekt. Als het op natuurontwikkeling aankomt moet er nog geld bij gevonden worden. Maak natuur niet afhankelijk van economische ontwikkeling. Het klopt dat er in de Kadernota voor natuur 50 miljoen uit de reserves worden onttrokken. Dat klinkt mooi, maar het is nog de vraag hoe dat geld wordt weggezet. De Groene Contour heeft in het verleden bijvoorbeeld laten zien dat er wel geld werd gereserveerd voor beheer, maar niet voor inrichting. En omdat er niks werd ingericht, viel er niks te beheren en bleef het geld op de plank liggen. Hoe krijgen de Staten nu de zekerheid van GS dat dit keer het geld niet op de plank blijft liggen?

Grootse plannen zijn er ook op het gebied van mobiliteit. Utrecht Centraal moet ontlast worden, waarvoor het concept Wiel met Spaken in het leven is geroepen. Dit houdt in dat er nieuwe intercitystations moeten komen, waarnaast volop woningbouw plaats zal moeten vinden. Na de problemen met de Uithoflijn en ook bij de SUNIJ-lijn wil dit college bovendien nieuwe lightrail-lijnen aan gaan leggen. Een aanvraag voor een Rijksbijdrage hieraan via het Nationaal Groeifonds werd resoluut afgewezen. Maar hoe wil men deze omvangrijke plannen dan gaan financieren?

Laten we eerst het huidige OV-netwerk verbeteren, om de reizigers weer in de al rijdende bussen en trams terug te krijgen. Investeer in duurzaamheid, het opwaarderen van lijnen, een hogere frequentie, maak het OV goedkoper door een provinciaal OV-abonnement in te voeren en plaats spoorbomen langs onbeveiligde tramkruisingen om de kans op aanrijdingen te verkleinen. Voorzitter, bij de Kadernota vorig jaar hebben we onze motie “Meer bomen bij tramkruisingen” hieromtrent aangehouden. Het CDA kondigde net aan met eenzelfde motie te komen op de 29ste. Dat is ook ons plan. Bij deze de uitnodiging aan het CDA om over dit onderwerp met ons in overleg te treden om te voorkomen dat we straks over 2 dezelfde moties moeten gaan stemmen.

Kies niet voor nog meer asfalt, zoals verbreding van de Rijnbrug bij Rhenen, en investeer dat geld in het OV. Dan pak je de drukte op de weg aan, bespaar je natuur én CO2, in plaats van dat je het autoverkeer nog verder faciliteert. Als je vast staat in het verkeer, bén je het verkeer.
Hierbij moeten we wel opmerken dat wij de aandacht en investeringen om fietsgebruik en smart mobility te stimuleren erg waarderen en moedigen GS aan hiermee door te blijven gaan. Dit bevordert namelijk de mobiliteitstransitie naar meer duurzame vormen van verplaatsen welke bovendien minder ruimte in beslag nemen. Laten we nu eerst kiezen voor toekomstbestendige verbeteringen, in plaats van uitbreiding en symptoombestrijding.

Voorzitter, de ambities aan de start van dit Collegetermijn waren mooi en op sommige vlakken is echt de nodige vooruitgang geboekt. Ook dankzij de collega’s hier in PS. Maar wat sommige ambities betreft moet er echt nog een schep bovenop en moeten er lastige keuzes gemaakt worden. De Partij voor de dieren roept het college op in de resterende maanden van haar termijn, deze lastige keuzes niet voor zich uit te schuiven.

Dank u wel.