Bijdrage Begroting 2019


5 november 2018

Voorzitter,

Zowel het klimaat- als het landbouwbeleid is in een beslissende fase beland […]. De opgaven voor de leefomgeving blijven groot. Nederland kent een te hoge uitstoot van broeikasgassen om aan de klimaatdoelstellingen te kunnen voldoen, delen van de landbouw lopen hard tegen maatschappelijke en ecologische grenzen aan en de biodiversiteit staat sterk onder druk.”

Voorzitter, dit zijn niet onze woorden. Dit is een citaat uit de Balans van de Leefomgeving 2018 van het Planbureau voor de Leefomgeving [1]. Het zal u niet verbazen dat de Partij voor de Dieren deze zorgen en het gevoel van urgentie deelt. Wij zullen ook als provincie onze verantwoordelijkheid moeten nemen op die onderwerpen waar we tegen de grenzen van de planeet aanlopen: klimaat, landbouw en biodiversiteit. Die beslissende fase, zoals het PBL het noemt, waar we ons in bevinden vraagt om verregaande maatregelen.

Als we de begroting doornemen op het gebied van klimaat, dan zien we vooral aandacht voor de energietransitie en klimaatadaptatie. Natuurlijk is het goed om ons voor te bereiden op de gevolgen van klimaatverandering, maar laten we niet doen alsof het al een verloren strijd is en inzetten op klimaatmitigatie: het verminderen van de uitstoot van broeikasgasemissies. En dat behelst meer dan alleen inzetten op de energietransitie.

Gelukkig zien we in de begroting ook dat circulariteit en aardgasvrij bouwen worden benoemd, en wordt de koppeling gelegd tussen bodemdaling [2], landgebruik en CO2 uitstoot. Voor de Partij voor de Dieren is dit alleen niet genoeg. Wat wij missen is overkoepelend beleid op klimaatmitigatie voor alle sectoren met bijbehorende doelstellingen voor emissiereductie. We staan namelijk voor een niet te onderschatten opgave.

De waarschuwing van het VN-Klimaatpanel IPCC [3] afgelopen maand benadrukte eens te meer dat het menens is: het beperken van de opwarming van de aarde tot 1,5 graad vergt dringende en niet eerder vertoonde maatregelen. Kort daarop werd door het gerechtshof in Den Haag de uitspraak in de Urgenda-zaak bekrachtigd [4]. Dat betekent dat we in Nederland de uitstoot van broeikasgassen met 25% moeten beperken in 2020 - ten opzichte van 1990, terwijl de teller op dit moment op 13% staat. 25% emissiereductie in 2020 betekent dat we in 2019 alle zeilen bij moeten zetten!

Dit zien we niet terug in deze begroting, terwijl die zou moeten gaan over de verwachte opgaven en uitgaven. Dit is iets wat we aan zien komen – wat we dus kunnen verwachten –maar waarop de provincie in de wachtstand blijft zitten. Vooruitschuiven, naar een volgende coalitieperiode, is onverantwoord. We zijn daarom ook blij met de voorstellen die vandaag worden gedaan ter bevordering van de energietransitie. Maar, zoals gezegd, klimaatmitigatie is meer dan energie. We willen het college dan ook vragen te komen met een voorstel voor concrete aanvullende maatregelen voor het verminderen van broeikasgasemissies voor alle vijf de sectoren die ook worden gehanteerd aan de landelijke klimaattafels: elektriciteit, industrie, mobiliteit, landbouw, en de gebouwde omgeving. Hiervoor dienen we een motie in.

Dan voorzitter, de landbouw en de ecologische en maatschappelijke grenzen waar we tegenaan lopen. Ook hier zitten we in een beslissende fase. Een duurzame, toekomstbestendige landbouw zoals genoemd in deze begroting en in de landbouwvisie vergen gedurfde keuzes en maatregelen. Concrete voorstellen kunnen we verwachten in het Uitvoeringsprogramma Landbouw in december. U zult begrijpen, onze verwachtingen zijn hoog gespannen, maar het ontbreken van noodzakelijke keuzes in de vastgestelde visie maken ons sceptisch. We willen de gedeputeerde op het hart drukken dat zij de adviezen van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), de Raad voor Leefomgeving en Infrastructuur (Rli) en de Sociaal Economische Raad (SER) ter harte neemt: krimp van de veestapel is onvermijdelijk, meer plantaardige productie en consumptie noodzakelijk.
Minder landbouwhuisdieren in de provincie betekent minder mest, minder fijnstof, minder stikstof, minder broeikasgassen en minder dierenleed. Zo simpel kan het soms zijn.

Dan voorzitter, het derde en laatste onderwerp wat we willen bespreken en wat met de twee voorgaande samenhangt: biodiversiteit. In het vorige week uitgekomen Living Planet Report staat dat populaties wilde dieren tussen 1970 en 2014 wereldwijd met gemiddeld 60 procent zijn gedaald [5]. U denkt misschien, wat hebben wij daar in Utrecht mee te maken? Directeur Biodiversiteit bij de VN, Cristiana (Pasca) Palmer noemde afgelopen week het verlies van biodiversiteit een stille moordenaar [6]. Ambitieuze doelen moeten gesteld worden om insecten, vogels planten en zoogdieren te beschermen. Naast de intrinsieke waarde zijn zij namelijk onmisbaar voor onze voedselproductie. Alleen al de massale insectensterfte heeft directe gevolgen voor onze fruitteelt [7]. Zonder biodiversiteit geen landbouw.
Niets doen is geen optie. In Utrecht zullen we onze voetafdruk buiten de provinciegrenzen moeten verkleinen en onze nog resterende biodiversiteit beter moeten beschermen. De natuur met haar verscheidenheid aan planten, dieren en ecosystemen is het waardevolste dat er is; biodiversiteit levert zuurstof, schoon water, een stabiel klimaat en vruchtbare grond en vormt zo de basis van het leven. De vraag is: is het hiervoor gereserveerde bedrag in deze begroting toereikend? Graag hierop een reactie van de Gedeputeerde.

Dat brengt mij tot de kern van dit betoog: voor de Partij voor de Dieren is een sluitende begroting een begroting die past binnen de grenzen van onze aarde. Economische groei waarvan de kosten worden afgewenteld op de planeet en haar bewoners kan niet langer het uitgangspunt zijn. Voor de Partij voor de Dieren is deze begroting dan ook niet sluitend. Wij pleiten voor een economie gericht op bestaanszekerheid, bínnen de ecologische grenzen. Om de bewustwording van onze provinciale voetafdruk op onze aarde te vergroten, zowel binnen als buiten dit huis, dienen wij een motie in voor het berekenen van een Utrechtse Overshoot Day. Dit is de dag waarop wij de aarde jaarlijks hebben opgebruikt, als iedereen zou leven als de gemiddelde Utrechter. Hoeveel aardbollen gebruiken wij jaarlijks als provincie? Hiervoor dienen wij een motie in.

Voorzitter, dank u wel.

Hiltje Keller.

[1] http://themasites.pbl.nl/balansvandeleefomgeving/jaargang-2018

[3] https://nos.nl/artikel/2253853-niet-eerder-vertoonde-maatregelen-nodig-om-opwarming-te-beperken-tot-1-5-graad.html

[4] De staat heeft nog niet besloten of zij in cassatie gaat tegen deze uitspraak, een procedure die waarschijnlijk zo’n twee jaar in beslag neemt. Het kabinet heeft aangegeven dat intussen het Urgenda-vonnis zal worden uitgevoerd.

[5] https://www.nrc.nl/nieuws/2018/10/30/biodiversiteit-blijft-overal-ter-wereld-afnemen-a2753166

[6] https://amp.theguardian.com/environment/2018/nov/03/stop-biodiversity-loss-or-we-could-face-our-own-extinction-warns-un

[7] https://www.trouw.nl/groen/zonder-insecten-overleven-we-niet-en-binnen-tien-twintig-jaar-is-het-crisis~a76a1789/