Bijdrage SV Omge­vings­visie en Interim Omge­vings­ver­or­dening


10 maart 2021

Bijdrage Omgevingsvisie

1. Algemeen

Voorzitter, Kent u die dagelijkse strip in de Telegraaf, Liefde is...? Daar staan 2 poppetjes afgebeeld, die laten zien wat volgens hun liefde is. Dat kan bijvoorbeeld zijn: samen een kopje koffie drinken of bijvoorbeeld hand in hand wandelen. Als ik nu bij het katheder had gestaan, had ik u mijn sokken laten zien. Wat staat daar namelijk op: 'Love is... save a tree, being naturally concerned'. Waarom ik over mijn sokken begin? Omdat wat erop staat zo ongeveer de kern vormt waarom ik ooit in de politiek ben gegaan. Ik ben begaan met bomen, met de natuur en met deze bril op lees ik dan ook grote stukken als de voorliggende Visie. Maakt mij dat een 'bomenknuffelaar'? Ja, natuurlijk! En daar is niks mis mee! Bovendien is een boom in deze pandemie zo'n beetje het enige wat je kunt knuffelen, zonder gevaar te lopen op een coronabesmetting. Dat maakt behoud van bomen, van natuur, dus extra waardevol voorzitter.

Voorzitter, de ruimtevraag groeit, maar de ruimte zelf groeit niet mee. Het is een beetje hetzelfde verhaal als van de Donut Economie, waar ik het vorige week over had. Hoe houdt je de boel leefbaar als groei niet oneindig kan. Met andere woorden: tot hoever kun je de draagkracht van de aarde oprekken, of in deze context: tot hoever kun je de draagkracht van de provincie oprekken voor al die ruimtevragen. De Visie zelf stelt dan ook: (blz. 20) Waar de een zijn vrijheid begint, stopt die van de ander. Hoe voorkom je dus dat de behoefte van de een, de leefbaarheid van de ander niet aantast, bijvoorbeeld van de mensen die ergens al wonen.

2. Stad en land gezond (h 4.1), Klimaatbestendig en waterrobuust (h 4.2), Toekomstbestendige natuur en landbouw (h 4.7)

Voorzitter, dit is een bruggetje naar Rijnenburg. Wat onze fractie betreft wordt daar niet gebouwd, niet nu, maar ook niet in de toekomst. Wij willen de groene long tussen Utrecht, Nieuwegein en IJsselstein in stand houden, in plaats van dat we de polder volstorten met beton en asfalt en zodoende de boel aan elkaar vast bouwen. Liever zien we dat het gebied multifunctioneel ontwikkeld wordt tot een mooi groen-blauw recreatiegebied, waar mensen kunnen recreëren en waar natuur een kans krijgt, al dan niet in combinatie met bepaalde vormen van duurzame energie (wind, zon, aquathermie). Het waterschap adviseert niet voor niks negatief ten opzichte van deze locatie, wateroverlast ligt op de loer en wat je ook verzint ten aanzien van mobiliteit, de druk op mobiliteit zal extra groot worden. (Zie ook onderzoek 2009 provincie, en quickscan). (De tabellen van de heer van Muilenkom laten zien dat we deze locatie sowieso tot 2040 ook niet nodig hebben). (Kosten ontwikkeling: 5 miljard en dan nog zal de filedruk op nu al filegevoelige locaties met 10% toenemen. Rijnenburg zal namelijk zo'n 30% meer autoverkeer veroorzaken, dan wanneer voor een binnenstedelijke locatie wordt gekozen). De oproep aan het college is dan ook om de mogelijkheden te verkennen om van dit gebied een mooi recreatiegebied te maken. Daarmee kunnen we dan ook in 1 keer de achterstand van 550 hectare groen recreatiegebied inlopen. De coronacrisis laat ook zien dat deze behoefte groot is. Mensen struikelen nu al zo ongeveer over elkaar heen in natuur- en recreatiegebied en deze druk zal met de verwachte toename van de bevolking alleen nog maar toenemen.

Voorzitter, dan de Groene Contour. Ik wil hier nu niet al te diep op ingaan, gezien het feit dat er later dit jaar een statenvoorstel komt met alternatieven, maar voor nu alvast een voorschot. Wij zien een trend naar agrarisch natuurbeheer in plaats van omvorming naar de functie natuur (EHS/NNN). Ja voorzitter, je zou het een stap voorwaarts kunnen noemen ten aanzien van de huidige situatie, waar we na zoveel jaar nog niet verder zijn gekomen dan ongeveer 50 hectare van de opgave van 3000, maar dat is ook een gevolg van oud beleid, waarbij er wel geld was voor beheer, maar niet voor inrichting. We zijn daarom blij met de ambitie om voor 2040 3000 hectare natuur in de groene contour te realiseren (blz. 36). Tegelijkertijd vragen wij ons af of dat op de voorgestelde manier realistisch is. Als je namelijk kleine uitbreidingen bij kernen toe gaat staan, waarbij compensatie in de vorm van natuurontwikkeling in de groene contour zelf mogelijk is, lever je dus per saldo kwantitatief in op je opgave van 3000 hectare. Als je ook zonnevelden toestaat in de groene contour, maar tegelijkertijd zegt dat pas na (maximaal) 25 jaar ter plekke aan natuurontwikkeling gedaan mag worden, zet je de boel in een pauzestand en kom je dus in tijdnood ten aanzien van je ambitie om het voor 2040 gerealiseerd te hebben. Graag een reactie van de gedeputeerde hoe hij borgt dat 3000 hectare ook daadwerkelijk 3000 hectare blijft.

Voorzitter, artikel 2.33 gaat over het dempen van oppervlaktewaterlichamen. Vervolgens staat er vermeld waar men rekening mee moet houden. Wij missen hier echter een aspect. Wat er namelijk niet staat is dat men ook rekening dient te houden met de aanwezige fauna in het desbetreffende water. Hiertoe willen wij een amendement indienen, wat inhoudt dat er ook rekening gehouden moet worden met de aanwezige fauna en dat gezorgd moet worden dat demping op een diervriendelijke manier wordt uitgevoerd. (vluchtroute/evacuatie bepaalde kant op, verplaatsing). Wij willen hiermee voorkomen dat dieren onnodig onder een berg zand worden begraven.

Voorzitter, bij de amendementen van D66 over Biodiversiteit en de Robuuste Verbinding met de Veluwe zijn wij mede-indiener, omdat wij vanzelfsprekend het belang onderkennen. Het zou echter ook mooi zijn, en u mag dat uitleggen als een oproep aan het college, als we de Beleidsnota Edelhert, Damhert en Wild Zwijn uit 2012 weer eens afstoffen en tegen het licht houden, want het zou toch bijzonder jammer zijn als er straks een mooie verbinding ligt tussen de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug, maar dat er vervolgens aan de provinciegrens een jager staat met een groot geweer die de dieren die er gebruik van maken afschiet.

Voorzitter, in de Verordening (artikel 2.11) staat een instructieregel met betrekking op de rangorde bij waterschaarste, een zogenaamde verdringingsreeks. Er staat een volgorde wie er voorgaat bij situaties van waterschaarste. Natuur staat daar onder de recreatievaart geplaatst. Voorzitter, wij willen hierop een amendement indienen wat inhoudt dat natuur en recreatievaart van plek wisselen. Over de motivatie kan ik heel kort zijn. Onze fractie vindt het namelijk niet logisch, dat rosé slurpende sloepvaarders voor zouden moeten gaan op een verdrogende natuur.

3. Duurzame energie (h 4.3)

Ten aanzien van de weidevogelkerngebieden wil ik onze zorg uitspreken ten aanzien van de combinatie met energielandschap. In de verordening (art. 6.12) staat namelijk dat windturbines en zonnevelden zijn toegestaan, ik citeer: 'mits wordt voorzien in een aantoonbare verbetering van het leefgebied van de weidevogels'. Wat een 'aantoonbare verbetering' inhoudt, wordt verder niet omschreven, ook niet in de toelichting. Heeft dit open begrip betrekking op kwantiteit en/of op kwaliteit; moet die verbetering op de plek zelf plaatsvinden of kan dat ook elders? Het blijft nu gissen. Wij willen dan ook aan GS vragen om dit begrip nader te definiëren en deze nadere omschrijving op te nemen in de verordening. Wij dienen hiertoe een motie in. Voorzitter, omdat wij niet zien hoe windturbines het leefgebied van de weidevogel kunnen verbeteren, dienen wij ook hierop een motie in.

Voorzitter, een korte opmerking over waterkracht. Ik ben waterkracht in de visie tegengekomen als mogelijke vorm van duurzame energie. Echter, als dit niet visvriendelijk gebeurt, kleurt de groene energie rood, doordat met name stroomafwaarts gaande vissen worden vermalen door de turbinebladen. Ik wil in deze de bij de behandeling van de Provinciale Structuurvisie aangenomen motie Waterkracht uit 2013 in herinnering roepen. Het dictum luidde: Daar waar de provincie haar stimulerende rol invult ten aanzien van waterkracht, deze tevens te doen vergezellen van een stimulerende rol om deze energieopwekking op een visvriendelijke manier te doen geschieden. Bij deze vraag ik aan de gedeputeerde de toezegging om dit dictum in stand te houden bij deze Visie.

Voorzitter, in artikel 6.50 van de Verordening komt de bevoegdheid van GS terug om bij bijzondere weersomstandigheden de jacht te stoppen. Het zou goed zijn om het draaiboek uit 2004, wat hiervoor de basis vormt weer eens te beschouwen, want nu is het een wassen neus. Men gaat uit van een koudegetal (-85), waarna de procedure pas wordt gestart om de jacht te gaan sluiten. Als je ook naar de criteria voor sneeuw en ijs kijkt, dan zijn de criteria dermate extreem, dat deze in de praktijk nooit gehaald gaan worden. Als voorbeeld kunnen we de afgelopen winterse periode aanhalen. Ondanks de toch wel forse winterse periode met sneeuw en ijs, werd de jacht niet gesloten. Wij willen het college dan ook bij motie vragen om de criteria te verzachten.

4. Vitale steden en dorpen (h 4.4), Duurzaam gezond en veilig bereikbaar (h 4.5) (inclusief Ronald McDonaldhuis)

Voorzitter, de heer Karatas heeft zojuist het amendement 'Juiste functie op de juiste plek' mede namens ons ingediend. Het belang van het amendement schuilt daarin dat je ook steeds moet blijven kijken welke functie bij het gebied past. Dat betekent ook dat je water, meer dan nu, een leidend principe zou moeten laten zijn in de ruimtelijke ordening. Bij bodemdaling zou dat kunnen betekenen dat er minder drooglegging is en het grondwaterpeil omhoog gaat, wat minder oxidatie van het veen tot gevolg heeft, en dus minder CO2 uitstoot (circa 4% minder in veenweidegebieden). Tevens was er afgelopen week nog de oproep van een coalitie van woningbouwcorporaties, hypotheekaanbieders, de Vereniging Eigen Huis en het Kennis Centrum Aanpak Funderingsproblematiek, om tot een Deltaplan funderingsschade te komen. Doordat, volgens zeggen, 1 miljoen huizen de komende jaren (30 jaar) het risico op funderingsschade lopen, met als gevolg een miljardenschade, zou men bijvoorbeeld anders met het grondwaterpeil om moeten gaan.

5. Levend landschap, erfgoed en cultuur (h 4.6)

Voorts voorzitter, zijn wij mede-indiener bij twee amendementen (Groene Daken, Vuurwerk Stiltegebied) die de SGP straks zal indienen. De bijdrage van de heer van den Dickenberg zal ongetwijfeld voor het nodige 'vuurwerk' gaan zorgen, echter het ene amendement zal juist betrekking hebben op de onwenselijkheid van vuurwerk, namelijk in een stiltegebied. Het andere amendement gaat over Groene daken. Om echter het groene gras niet voor de voeten van de SGP weg te maaien, geef ik verder graag de vloer aan de heer van de Dickenberg.

Dank u wel.

Interessant voor jou

Bijdrage SV Economische Visie 2020-2027

Lees verder

Bijdrage Verlengen studiefase programma toekomst N201

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer